Verrekenfactor warmtepompen per 1-1-2024

Einde generieke verrekenfactor warmtepompen per 1-1-2024

Zoals eerder aangekondigd stopt de verrekenfactor voor de milieuprestatie van warmtepompen in zijn huidige vorm per 31 december 2023. De afgelopen maanden zijn de milieuverklaringen voor warmtepompen geactualiseerd waardoor de verrekenfactor voor het merendeel van de situaties niet meer nodig is.

Beperkte verrekenfactor van 1-1-2024 tot 1-1-2025

Er geldt in plaats daarvan een beperkte verrekenfactor voor kleine warmtepompen met een vermogen tot maximaal 4,0 kW voor nieuwbouw projecten. Deze beperkte verrekenfactor blijft nodig om bij kleine woningen en wooneenheden (zoals chalets en tiny houses) de wettelijke milieuprestatie-eis van 0,8 te kunnen halen. Met deze beperkte verrekenfactor is de BMNL (Beleidscommissie Milieuprestatie Nederland) onlangs akkoord gegaan. De factor is tijdelijk en zal eindigen per 31 december 2024.

De wijzigingen per 1-1-2024

Deze wijzigingen betekenen dat met ingang van 1 januari 2024:

  • De generieke verrekenfactor niet meer mag worden gebruikt.
  • De beperkte verrekenfactor uitsluitend wordt opgenomen in de milieuverklaringen van warmtepompen met een vermogen t/m 4,0 kW.
  • De beperkte verrekenfactor uitsluitend geldt voor nieuwbouw projecten.
  • Per woning slechts eenmaal een verrekenfactor mag worden gebruikt op een warmtepomp t/m 4,0 kW ongeacht het aantal gebruikte warmtepompen.
  • De grens van de schaal voor de schaalbare milieuverklaringen van warmtepompen waarvoor de verrekenfactor van toepassing is, wordt gesteld op 4,0 kW.
  • Milieudata zoals die worden opgehaald door de rekeninstrumenten, (waar van toepassing) de milieu-impact bevatten inclusief de verrekenfactor, zowel in de categorieën 1, 2 als 3.
  • De toepassing van de verrekenfactor door NMD duidelijk kenbaar zal worden gemaakt op de milieuverklaring.

Warmtepompen in kleinere woningen en wooneenheden

Bovengenoemde maatregel moet ertoe leiden dat ook de bouw van kleinere woningen en wooneenheden maximaal duurzaam kan plaatsvinden. Om te monitoren of de maatregel blijvend aan de doelstelling bijdraagt zal ook de BMNL (in samenspraak met FME, Techniek Nederland en de Vereniging Warmtepompen) periodiek op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen.

Achtergrond

Nadat eerder bleek dat de MKI (milieu kosten indicator) van warmtepompen veel hoger was dan aanvankelijk werd aangenomen, werd door de Stichting NMD, in samenspraak met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en brancheorganisaties FME en Techniek Nederland en de Vereniging Warmtepompen een tijdelijke ‘verrekenfactor’ ingevoerd.

Sindsdien heeft de sector nieuwe milieudata geleverd voor verschillende soorten en varianten van warmtepompen. Hierdoor kwam veel meer informatie beschikbaar over de milieu-impact (van de onderdelen) van de verschillende soorten warmtepompen.

Het Ministerie van BZK heeft in overleg met de Stichting NMD en de bovengenoemde brancheorganisaties en ondersteund door LBP|SIGHT een voorstel uitgewerkt waarbij de verrekenfactor ten dele wordt gehandhaafd maar veel selectiever wordt ingezet voor alleen die situaties waarin de milieuprestatie-eis van 0,8 niet kan worden gerealiseerd zonder verrekenfactor.

De basis van het inzicht dat de verrekenfactor nog maar beperkt nodig is ligt in de juiste combinatie van de energieconcepten voor de BENG die ook zijn meegenomen in de MPG.