EPBD III regelgeving

Voor verbetering energieprestaties van gebouwen

De Europese Commissie heeft de herziene ‘Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD III)’ al op 10 juli 2018 vastgesteld. Deze richtlijn is gericht op de verbetering van de energie-efficiëntie van gebouwen om het energiegebruik te verminderen. De richtlijn is op 10 maart 2020 geïmplementeerd in onze wet- en regelgeving via het Bouwbesluit 2012. Vanaf deze datum moet in Nederland aan de regeling en eisen worden voldaan.

De EPBD III is gericht op allerlei organisaties en personen die in de gebouwde omgeving actief zijn. Denk aan woningcorporaties, gebouweigenaren, huurders, technische dienstverleners, bouwbedrijven, bouwmaterialenindustrie, bouw- en woningtoezichtinstanties, de installatiesector, netbeheerders, architecten, keuringsinstanties en gemeenten.

Voor wie is de EPBD III relevant?

De EPBD III is gericht op allerlei organisaties en personen die in de gebouwde omgeving actief zijn. Denk aan woningcorporaties, gebouweigenaren, huurders, technische dienstverleners, bouwbedrijven, bouwmaterialenindustrie, bouw- en woningtoezichtinstanties, de installatiesector, netbeheerders, architecten, keuringsinstanties en gemeenten.

Informatiedocument voor installateurs helpt bij de uitvoering

Techniek Nederland heeft geconstateerd dat er mogelijk een afwijking bestaat tussen de Bouwregelgeving en de interpretatie van de uitvoerder van de regeling. Dat heeft veel discussie opgeleverd. Er is veel afstemming nodig geweest tussen Techniek Nederland en de wetgever. Dit heeft tot het 'Informatiedocument EPBD III voor installateurs' geleid zodat je je klanten goed kan informeren over deze wet die ook gevolgen heeft voor particuliere en zakelijke klanten.

Informatieplicht naar de klant over gevolgen van EPBD III

Het is bijvoorbeeld belangrijk om in de offerte duidelijk te vermelden wat de werkzaamheden zijn. U heeft de plicht om uw klant te informeren over de implicaties van de EPBD III. Zorg ervoor dat u in uw dossiervorming duidelijk aantoont dat u aan de verplichtingen voldoet. Welke verplichtingen zijn dat dan en hoe kunt u er rekening mee houden? Dat staat in het informatiedocument. 

Digitale rekentool

Vanaf 10 maart 2021 is er een nieuwe versie van de Rekentool Energieprestatie Installaties. Dit is versie 2.0 – 13 jan 2021. Bij deze nieuwe versie van de rekentool hoort ook een nieuwe activatiecode en die vraagt u aan via dit contactformulier. Deze code is geldig tot 11 maart 2022.

Downloaden van de tool doe je via deze link: Rekentool Energieprestaties Installaties.                       

Let op: maak je nog gebruik van de oude versie van de rekentool van 20 april 2020? De vervaldatum van deze activatiecode is 11 maart 2022

Tot slot eist de Rijksoverheid dat je zelfregulerende apparatuur aanbrengt voor het reguleren van de temperatuur in aparte verblijfruimtes, zoals een thermostatische radiatorknop of een kamerthermostaat. Lees het ‘Informatie document voor installateurs’ voor onze reactie op deze regel in hoofdstuk 2.3 en 3.4.

Lees meer over de systeemeisen technische bouwsystemen - EPBD III.

thermostaat kraan

 

 

Algemene informatie over de EPBD III

De wetgeving in het kort

De maatregelen uit de EPBD III zijn onderverdeeld in 3 pijlers:

Eisen energiezuinigheid voor installaties in gebouwen

Als je een nieuwe installatie installeert of een bestaande installatie aanpast, gelden er eisen voor de energieprestatie en het adequaat dimensioneren, installeren, inregelen en de instelbaarheid van installaties. Deze eisen zijn van toepassing op installaties voor ruimteverwarming, ruimtekoeling, ventilatie, warm tapwater, ingebouwde verlichting en gebouw automatiserings- en controlesystemen. Ook moet je als installateur aan de gebouweigenaar een document overhandigen met een overzicht van de energieprestatie van de installatie. De installateur kan daarbij gebruik maken van een standaard format en een digitale rekentool ontwikkeld door de RVO.

Tot slot eist de Rijksoverheid dat u zelfregulerende apparatuur aanbrengt voor het reguleren van de temperatuur in aparte verblijfruimtes, zoals een thermostatische radiatorknop of een kamerthermostaat. Lees hetInformatie document voor installateurs’ voor onze reactie op deze regel in hoofdstuk 2.3 en 3.4.

Lees meer over de systeemeisen technische bouwsystemen - EPBD III.

Keuringen van verwarmings- en airconditioningsystemen en GACS

De Rijksoverheid past keuringsverplichtingen voor verwarmings- en airconditioningsystemen aan.      U moet verwarmings- en airconditioningsystemen voortaan vanaf een nominaal vermogen van 70 kW om de vier of vijf jaar keuren. Is één van beide systemen gekoppeld aan een ventilatiesysteem, dan moet u dit ventilatiesysteem ook keuren. Daarnaast is de verwarmingskeuring voortaan van toepassing op het gehele verwarmingssysteem, niet alleen op de stookinstallatie. De keuringsverplichtingen gelden niet als er een energieprestatiecontract is of een gebouw automatiserings- en controlesysteem. Voor de invulling van de keuring is een overgangsperiode van twee jaar. Hierdoor verandert er voor de inspectiebedrijven nu niet direct iets. Dit betekent dat de huidige keuringen (EPBD aircokeuring en SCIOS) tot 10 maart 2022 in de huidige vorm kunnen blijven bestaan als invulling van de keuringsverplichting.

De gemeenten of omgevingsdiensten handhaven de EPBD in zijn geheel. Dat was voorheen niet zo. Zij zullen de handhaving de komende periode intensiveren.

In dit handige handhavingsoverzicht ziet u in één oogopslag hoe toezichthouders controleren of aan de eisen vanuit de EPBD is voldaan.

Utiliteitsgebouwen met verwarmings- of airconditioningssystemen met een vermogen van meer dan 290 kW moeten vanaf 1 januari 2026 zijn voorzien van een gebouwautomatiserings- en controlesysteem (GACS). Er zijn voorwaarden gesteld aan de GACS.

Download Checklist technische eisen GACS (rvo.nl)

Lees meer over de voorwaarden aan GACS en technische keuringen verwarmings- en aircosystemen - EPBD III.

Laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer

Om het gebruik van elektrisch vervoer te stimuleren moet er in de (private) gebouwde omgeving bij nieuwbouw of ingrijpende renovatie laadinfrastructuur (loze leidingen) worden aangelegd voor elektrische voertuigen.

Van ingrijpende renovatie is sprake als meer dan 25 procent van de oppervlakte van de integrale gebouwschil wordt vernieuwd, veranderd of vergroot. Deze definitie van ingrijpende renovatie sluit aan op de definitie die al eerder op grond van de EPBD in het Bouwbesluit is opgenomen.

Met deze verplichting moet al bij de ontwikkeling van bouwplannen rekening worden gehouden. De verplichting geldt alleen voor woon- of utiliteitsgebouwen met meer dan tien parkeerplaatsen. Daarnaast komt er vanaf 1 januari 2025 een verplichting tot het aanleggen van laadinfrastructuur bij bestaande utiliteitsgebouwen met meer dan 20 parkeerplekken, ook als deze gebouwen niet worden verbouwd.

Lees meer over de laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer - EPBD III.

Heeft u vragen over deze wetgeving? De RVO heeft een helpdesk waar u terecht kunt met uw vragen over deze wetgeving en de rekentool: tel. 088-0424242, keuzeoptie 2.