Belangrijkste wijzigingen erkennings­regeling

Waarom een update?   

Door nieuwe technologische ontwikkelingen en ontwikkelingen in de regelgeving, bleek het noodzakelijk om de huidige erkenningsregeling, die al meer dan 10 jaar van kracht is, te updaten.

Toegevoegd zijn de geluidseisen voor buitenunits van warmtepompen en de verwijzing naar de rekentool waarmee dit kan worden bepaald.  

Een voorbeeld van nieuwe technologie is het gebruik van natuurlijke koudemiddelen in warmtepompsystemen. Voor het werken met de natuurlijke koudemiddelen (zoals  CO2 of brandbare koudemiddelen, red.) zijn recent nieuwe richtlijnen ingevoerd: de NPR 7600 voor brandbare koudemiddelen en de NPR 7601 voor CO2. In de herziene erkenningsregeling worden voor het werken met natuurlijke koudemiddelen geen aanvullende eisen gesteld ten opzichte van de huidige regelgeving, maar de middelen staan wel explicieter beschreven.

Hieronder vindt u de belangsrijkste wijzigingen:

  • F-gassen
  • Checklist voor controle
  • Aanwijsdocument
  • Eindverantwoordelijkheid 

F-gassen 

Als F-gassen als koudemiddel worden gebruikt, dan is ook de F-Gassenregeling van toepassing. Dat was al het geval, maar staat nu explicieter in de regeling. Wordt gewerkt aan het koudetechnische gedeelte van apparatuur waarin F-gassen zijn toegepast, dan moet het bedrijf gecertificeerd zijn volgens de BRL 100 of het bedrijf moet hiervoor een gecertificeerd bedrijf inschakelen. 

Checklist voor controle 

In de vernieuwde regeling wordt gevraagd om het bijhouden van een uitgebreider opleverrapport dan de huidige versie. Dit gaat verder dan de F-gassenregeling en heeft betrekking op de gehele warmtepomp. Het rapport bevat voor warmtepompinstallaties tenminste de resultaten van de controles van een vooraf bepaalde checklist die aangeeft dat de warmtepomp naar behoren functioneert. Daarnaast is een opgave van de gebruikte meet- en beproevingsmiddelen nodig, evenals de naam van degene die heeft gecontroleerd, het tijdstip van de controle, welke tekortkomingen eventueel zijn geconstateerd en op welke wijze de tekortkomingen zijn opgeheven.

Aanwijsdocument 

In het oude document werd uitgegaan van een technisch beheerder, die eindverantwoordelijk is voor de kwaliteit van het technisch werk dat wordt geleverd. In het nieuwe document wordt niet langer gesproken van een technisch beheerder, maar van een werkverantwoordelijke (WV) en een vakbekwaam persoon (VP). De WV is diegene die aantoonbaar de benodigde diploma’s bezit en eindverantwoordelijk is voor de geleverde kwaliteit van de warmtepompinstallatie. De VP is degene die aantoonbare ervaring heeft, met de noodzakelijke diploma’s op zak. Deze persoon hoeft geen eindverantwoordelijkheid te hebben, maar kan zelf controles uitvoeren onder verantwoordelijkheid van de WV. De WV zal echter niet alle projecten controleren. Om de kwaliteit te waarborgen hanteren installatiebedrijven een systematiek van werken. Een erkend installatiebedrijf zal aan de hand van een aanwijsdocument moeten aangeven hoe die systematiek in het bedrijf is aangepakt. Dit aanwijsdocument is nieuw. Het legt vast hoe handelingen of taken zijn gedelegeerd.

Eindverantwoordelijkheid ligt niet langer bij één persoon 

De eindverantwoordelijkheid hoeft ook niet langer bij één persoon te liggen, maar mag zijn verdeeld over meerdere personen. Bij grote installatiebedrijven wordt het ontwerp mogelijk door iemand anders gemaakt dan de aanleg door een monteur in de praktijk. Dan ligt de verantwoordelijkheid al bij twee personen. Van oudsher werd de verantwoordelijkheid alleen bij de technisch beheerder gelegd, maar dat doen we niet meer. De vakbekwaamheid moet in het bedrijf aanwezig zijn, maar mag over meerdere personen zijn verdeeld. Binnen het bedrijf moet worden vastgelegd wie waarvoor verantwoordelijk is. Dat kan met behulp van een aanwijsdocument.