Energietransitie is vooral vooruit kijken en anticiperen

Serie: Ondernemers in transitie

In het klimaatakkoord zijn maatregelen en afspraken voor de energietransitie in Nederland vastgelegd. Het doel is vermindering van de broeikasgassen door gebruik van duurzame opgewekte energie en aardgasvrije gebouwen. In deze enorme opgave spelen installatiebedrijven een heel belangrijke rol in de voorbereidingen en de uitvoer van de maatregelen.

In een serie interviews met leden die al volop bezig zijn met het toekomstbestendig maken van hun installatiebedrijf hopen we andere ondernemers te kunnen inspireren en te informeren over hoe de installatiesector de enorme kansen die de energietransitie biedt kan benutten.

In dit artikel vertelt Mark Sprenkels, manager Kenniscentrum Energietransitie bij de Breman Installatiegroep, welke keuzes men bij Breman heeft gemaakt om die marktkansen te pakken.

Energietransitie via de Regionale Energie Strategieën

Mark Sprenkels en zijn collega’s bij de Breman Installatiegroep zijn volop bezig met de energietransitie. “We houden goed in de gaten waar het naartoe gaat in de verschillende RES regio’s (Regionale Energie Strategie, red.) in Nederland. Waar verwacht je meer warmtenetten, waar meer hybride warmtepompen? Dat is belangrijk om te weten voor onze 28 vestigingen die over het hele land verspreid zijn. Want voor al die vestigingen geldt: is het nodig om nieuwe mensen aan te trekken? Wat voor mensen zijn dat dan? Die inzichten zijn ook belangrijk voor de vier bedrijfsscholen die Breman door het land heeft. We proberen vooruit te kijken om te weten welke opleidingen we bij welke bedrijfsschool moeten aanbieden. Trouwens, onze monteurs zijn er ook mee bezig, die stellen ons vragen als ze naar Lubach hebben gekeken”.

Hoe bereid je je als ondernemer voor op de energietransitie?

Sprenkels is nu bezig met het doorspitten van de concept RESSEN die sinds 1 oktober 2020 van 30 regio’s bekend zijn. Daarin staan vooral duurzame ambities benoemd, nog geen concrete plannen. Ook is het zo dat er in de RESSEN die er nu zijn meer het accent ligt op elektriciteit dan op warmte. “Toch zitten er wel elementen in die een beeld geven van de kant die het op gaat. Als je daar door je oogharen naar kijkt, dan geeft dat toch al wel enigszins richting”. Daarnaast proberen ze bij de Breman Installatiegroep die informatie aan te vullen vanuit Transitievisies Warmte als die al beschikbaar zijn. Elke gemeente moet voor eind 2021 een Transitievisie Warmte vaststellen. In de Transitievisies Warmte geven gemeenten aan wanneer welke wijken of buurten van het aardgas af gaan. Voor de wijken of buurten die voor 2030 gepland staan, maakt de gemeente ook al de mogelijke warmte-alternatieven bekend: warmtenetten, of (hybride) warmtepompen.

 

Van-Rijk-naar-wijk-(002)

 

Woningcorporaties, beleggers en beheerders de beste opties bieden

“We verdiepen ons heel bewust in al deze ontwikkelingen. Wij willen namelijk onze klanten zo goed en zo slim mogelijk helpen om hun woningbezit te verduurzamen. Woningcorporaties, beleggers en beheerders zijn op zoek naar concrete antwoorden. Die we ook bieden, omdat we al behoorlijk goed weten wat er in elke regio gaat gebeuren. Tegelijk kennen we de huidige ‘install base’ van onze klanten goed. En vanuit onze kennis en ervaring met installaties zijn we de enige partij die met een goed en tegelijkertijd praktisch uitvoerbaar advies kunnen komen. Het is terecht dat klanten dat dan ook van ons verwachten.”

Strategie vanuit warmte, koeling, zon en mobiliteit

Het is op dit moment nog niet precies duidelijk welke kant het opgaat. Bovendien is dat per regio en gemeente verschillend.

“Dat betekent dat je een strategie moet hebben die het mogelijk maakt om onderweg bij te sturen als de plannen steeds duidelijker vorm krijgen”, zegt Sprenkels. “Een strategie die nu nog bestaat uit 3 a 4 verschillende sporen. Niet alles hangt af van de RES’sen. De vraag naar koelen, laadpalen en zonnepanelen wordt daar bijvoorbeeld weer niet echt door beïnvloed. In de toekomst zullen we gebruik blijven maken van radiatoren, vloerverwarming en convectoren om te verwarmen. Welke energiebron je gaat gebruiken en wat ook de aanvoertemperatuur wordt, dat maakt voor dat werk niet zoveel uit”.

Voorbereiding op wijkaanpak betekent nu keuzes maken

Sprenkels vindt het logisch om je nu al te verdiepen in de wijkaanpak, ook al zijn de Transitievisies nog in de maak. “We gaan er vanuit dat ongeveer honderd wijken verspreid over Nederland als eerste door gemeenten zullen worden aangewezen om van het gas af te gaan. Dat is eerst dus nog maar een klein deel waar een hele wijk ineens wordt gerenoveerd. Of deze inschatting klopt, zal afhangen van de Transitievisies Warmte. Na zo’n gemeentelijk plan gaat natuurlijk niet meteen de schop in de grond. Maar dat gaat waarschijnlijk wel rond 2030 gebeuren. Dat betekent dat we met de wijkaanpak nu al rekening houden. Daarnaast zal verduurzaming buiten de wijkaanpak doorlopen, dat speelt nu al. We zijn nu voor ons bedrijf aan het bepalen op wat voor soort werk we ons willen richten en welke plek we in de keten willen innemen. Zo kun je op weg naar 2030 zorgen dat je de juiste mensen aanneemt en op tijd start met het opleiden van de mensen die je op die termijn nodig hebt. Dus ja, dit is wel het moment om hier mee bezig te zijn, om vervolgens goede keuzes te kunnen maken”.

 

RES tijdslijn

 

Tekort aan vakbekwaam personeel

De gehele sector kampt al langere tijd met het gebrek aan vakbekwame mensen. Bij de Breman Installatiegroep hebben ze daar ook last van. Sprenkels geeft aan al veel vacatures te hebben die niet vervuld kunnen worden. “Zo hebben we op een divisie van 120 man, op dit moment 30 vacatures die we maar moeilijk vervuld krijgen”.

Mark Sprenkels is zelf docent basis training installatietechniek bij Avans Plus en weet dus ook vanuit de onderwijspraktijk wat er aan vaardigheden, kennis en competenties nodig is om mensen op te leiden tot geschikte vakbekwame werknemers die direct inzetbaar zijn.

“Het gaat niet alleen om de handjes”, zegt Sprenkels. “We komen ook hoofden en ondersteuners tekort. Mensen die tekeningen kunnen maken, een project leiden, materialen bestellen, goed zijn in engineering, werkvoorbereiding, de logistiek of het meenemen van bewoners. Het krijgen van dat soort mensen zie ik als een even grote uitdaging als het krijgen van voldoende monteurs. En of je het werk kunt doen met de juiste mensen die over de juiste vaardigheden beschikken, dat bepaalt uiteindelijk je succes in faal- en winstkosten”.

Vraagt de wijkaanpak straks een nieuwe manier van werken?

“Deels wel en deels niet, vindt Sprenkels. “Ik denk dat het een combinatie is van manieren van werken die we al kennen. Aan de ene kant is het seriematig werk op een bouwplaats zoals we dat al kennen in de nieuwbouw. Met alle logistieke aspecten die daar bij horen. Maar je hebt ook te maken met bewoners, dus in dat opzicht is er weer een overeenkomst met het werk van de afdeling service en onderhoud. Wat ik in de praktijk zie, is dat vanzelf duidelijk wordt wie een voorkeur heeft voor welke situatie. We hebben monteurs die het prima vinden om ook een gesprek te voeren met degene die in het huis woont, anderen werken echt liever op de bouwplaats. Bij Breman zien we dat we een divers personeelsbestand moeten hebben en dat mensen dan vanzelf terecht komen op de plek die bij hen past, soms met enige bijscholing”.

En verder vindt Sprenkels dat we de energietransitie niet te ingewikkeld moeten maken. De sector heeft al vele veranderingen meegemaakt. Hij geeft het voorbeeld van de hr-ketel. “Dat is een enorme verandering geweest. Monteurs die met geisers werkten moesten die omschakeling maken. En dan zie je dat er nog steeds monteurs zijn die zeggen: laat mij nog maar gewoon lekker met die geiser werken. Het werk faseert uit, monteurs stappen geleidelijk over naar een nieuwe techniek. Dat gaat op een natuurlijke manier. En alles bij elkaar blijft er genoeg installatiewerk te doen: voor kleine, middelgrote en grote bedrijven”.